Skip to main content

Levensbeschouwelijke vakken

 

Keuze levensbeschouwing

 

Het is de droom van ieder van ons dat onze kinderen en jongeren zich ontplooien tot fijne mensen die in staat zijn later hun eigen weg te gaan. Daarbij is het een uitdaging om hen kennis te laten maken met fundamentele menselijke waarden en hen een visie op goed leven te helpen ontdekken. Naast het ontwikkelen van een levensvisie in het gezin draagt ook de school haar steentje bij d.m.v. het aanbod van de levensbeschouwelijke keuzevakken.

De ouders kiezen in de 3de kleuterklas of  bij de eerste inschrijving in het lager onderwijs welk levensbeschouwelijk vak de leerling zal volgen. De school bezorgt daartoe het officieel keuzeformulier.

Wijzigingen van keuze moeten uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar gebeuren.

De school biedt momenteel 3 verschillende levensbeschouwelijke vakken aan (meerdere kan, wanneer er vraag naar is):

  • Rooms-katholieke godsdienst
  • Niet-confessionele zedenleer
  • Islamitische godsdienst

Rooms-katholieke godsdienst

De lessen Rooms –katholieke godsdienst nodigen de kinderen en jongeren uit om:

  • stil te staan bij de eigen levenservaringen, op verhaal te komen,
  • te luisteren naar wat medeleerlingen en anderen raakt en beweegt om te leven,
  • m.a.w. open te komen voor het verhaal van anderen,
  • te ervaren hoe het verhaal van Jezus en het verhaal van God met mensen een eigen kleur kan geven aan het leven en mensen kan inspireren,
  • om intens en goed te leven,
  • doorheen dit voortdurende proces van zin zoeken stilaan te groeien naar een eigen verhaal.

Onze aanpak wordt gekenmerkt door:

  • eerbied voor de eigenheid van elke leerling,
  • het creëren van kansen waardoor kinderen een eigen levensbeschouwing kunnen ontwikkelen,
  • het gesprek over de rijkdom van het christelijk geloof, zoals het beleefd wordt binnen de katholieke geloofsgemeenschap.

 

Niet-confessionele zedenleer

Niet-confessionele zedenleer is het levensbeschouwelijk vak dat de principes van het vrijzinnig humanisme als levenspraktijk onderwijst.

In deze lessen zijn onze leerlingen voortdurend onderweg naar volwassenheid. Zij leren op een vrije en ongebonden, maar ook kritische manier zichzelf en de ander te begrijpen. Leren omgaan met zichzelf en anderen is het doel. Vrij onderzoeken, uitproberen, ervaren en zelf ontdekken staan centraal binnen deze lessen. We willen jonge mensen helpen op hun weg naar volwassenheid.

Niet-confessionele zedenleer is waardenonderwijs. Belangrijk zijn verdraagzaamheid, respect en verantwoordelijkheid voor wat we denken en doen. Het zijn eigenschappen die onze leerlingen stimuleren om zelfstandig te denken en te handelen. Het is aan de leerlingen om op een persoonlijke wijze aan hun leven te bouwen. Deze lessen zijn niet gebaseerd op een godsdienst en er worden geen dogma’s aangenomen. Wetenschappelijke kennis en filosofische vragen zijn een uitgangspunt. Durven deelnemen aan de wereld en dit met belangstelling en inzet voor mensen, is de uitdaging van de lessen. Als basis voor deze inzet kiezen we voor de universele mensenrechten.

De leerkrachten niet-confessionele zedenleer gaan deze uitdaging samen aan met leerlingen van 6 tot 18 jaar. Dit moet deze opgroeiende jonge mensen de nodige ruimte en tijd geven om zichzelf, de ander en de wereld te leren kennen. Kinderen van 6 en 12 jaar kunnen deelnemen aan het Lentefeest en het Feest Vrijzinnige Jeugd. Tijdens deze feesten beklemtonen we de overstap naar een nieuwe levensfase.

Islamitische godsdienst

De lessen islamitische godsdienst nodigen de jongeren uit om te genieten van de kennis, het begrip, de wijsheid en de verlichting die de Qoer’an hen in deze 21ste -eeuwse kennismaatschappij biedt.

De lessen hebben tot doel jongeren bij te staan in hun zoektocht naar zingeving, hen te helpen het bestaan beter te begrijpen en hen te waarschuwen geen gevangenen te zijn van zichzelf.

Wij streven naar de vorming van aangename persoonlijkheden:

  • die een bijzondere belangstelling voor de islam ontwikkelen, de religieuze concepten correct gebruiken, zichzelf juist kunnen uitdrukken, communiceren, problemen oplossen, wetenschappelijk denken, in vraag stellen, onderzoeken en bekritiseren,
  • die zichzelf, de samenleving, het culturele erfgoed van de mensheid, de natuur en andere denkwijzen erkennen en respecteren,
  • en die wetenschappelijke, morele, humanitaire en culturele waarden uitdragen en zich gezond en evenwichtig ontwikkelen.